Begroting 2021-2024
portal

Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In onderstaande tabel zijn de risico’s gekwantificeerd, waarbij door een inschatting van de kans dat de gebeurtenis zou kunnen optreden het risicoprofiel ontstaat. Overigens kunnen de opgenomen bedragen suggereren dat de risico’s zich in die mate gaan voordoen. Er is echter sprake van inschattingen en de uitkomsten van een kansberekening. De werkelijke uitkomsten zullen hier hoogstwaarschijnlijk in alle gevallen van afwijken.

Omschrijving

Maximale omvang

Kans
(in procent)

Gemiddelde omvang

Risicoprofiel

Gemeenschappelijke regelingen

DSW - Liquidatiekosten

100

10

50

5

Avalex

1.140

30

570

171

Veilig Thuis

200

70

100

70

Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (voorheen Inkoopbureau H10)

200

30

100

30

Gemeentefonds

Uitkeringen Gemeentefonds

6.000

70

3.000

2.100

Grondexploitaties

Grondexploitatie Vlietvoorde

2.310

Risk-mapping

2.310

2.310

Grondexploitatie Klein Plaspoelpolder

1.786

Risk-mapping

1.786

1.786

Grondexploitatie Rijnlandlaan

59

Risk-mapping

59

59

Open-einde regelingen

Wmo

500

30

250

75

Huishoudelijke ondersteuning

500

70

250

175

Abonnementstarief Wmo

1.000

70

500

350

Jeugdhulp

2.500

70

1.250

875

Bijzondere bijstand kosten bewindvoering

150

30

75

23

Specifieke uitkeringen

2.300

10

1.150

115

Ontwikkelingen Brede doeluitkering -  Regiotaxi

250

70

125

88

Overige

MIRT-programma Duurzame bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag

Het programma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe) Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag

Bodemsaneringen

3.000

30

1.500

450

Dividend Stedin

1.000

30

500

150

Verkoop aandelen Eneco

Bediening Sytwendebrug

1.100

70

550

385

WW-uitkeringen

500

30

250

75

Bouwleges

500

70

250

175

Invoering private bouwplantoets

150

70

75

53

Tussentijdse verkiezingen en referenda

500

30

250

75

BTW-sportvrijstelling

100

70

50

35

Rente

950

70

475

333

Stikstofproblematiek (gevolgen wegvallen PAS-regeling)

PM

Schakenbosch

PM

0

Woningbouw

5.000

30

2.500

750

Corona

PM

Totaal

10.711

Hieronder wordt nader op de risico’s ingegaan.

Gemeenschappelijke regelingen

DSW - Liquidatiekosten

De gemeenten Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk hebben besloten om de uitvoering van Wsw vanaf 1 januari 2021 onder te brengen in een nieuwe Werkbedrijf, dat door de gemeente Zoetermeer wordt opgericht. De Gemeenschappelijke Regeling DSW wordt daarom opgeheven.  Het risico voor het exploitatietekort komt hierdoor ook te vervallen. Echter, is de kans nog wel aanwezig dat de gemeente moet bijdrage in de liquidatiekosten van DSW.  

Avalex

In de begroting van Avalex is een risicoparagraaf opgenomen waarin verschillende bedrijfsrisico’s zijn geïdentificeerd en gekwantificeer. Het risicoprofiel betreft een gewogen profiel, waarbij rekening is gehouden met de mate waarin dit risico zich kan voordoen. Het aandeel van de gemeente Leidschendam-Voorburg in de gemeenschappelijke regeling bedraagt circa 24%.

Avalex heeft, met een auditwerkgroep, de grootste risico's onderkend. Op basis hiervan is bepaald dat om een weerstandsvermogen van 5 miljoen euro aan te houden. Het eigen vermogen van Avalex bedraagt 5,3 miljoen euro. Hiermee is Avalex in staat de risico's zelf te dragen.

In 2020 is gestart met de Europese aanbesteding restafval. Het lopende contract loopt af op 31-12-2021. Eind 2020/ begin 2021 moet een keuze worden gemaakt welke afvalverwerker het nieuwe contract krijgt. Daarvoor moet een keuze worden gemaakt of Avalex wil gaan inbesteden (en dus deels eigenaar gaat worden van het verwerkingsbedrijf) of dat het een aanbesteding wordt. Eind 2020/ begin 2021 wordt hierover een besluit genomen door het bestuur van Avalex.

Veilig Thuis

Het belangrijkste financiële risico is de volumegroei bij VTH dat gepaard gaat met een toename van de gevraagde inzet van VTH. Voor de begroting 2021 is uitgegaan van de cijfers zoals opgenomen in de begrotingswijziging 2020. Echter, verdere stijgingen als gevolg van de aangescherpte meldcode zijn nog niet uit te sluiten en worden daarom als risico meegenomen (Niet nadrukkelijk meegenomen in de jaarstukken maar bijkomend risico zijn de verbanden tussen Covid-19, de financiële gevolgen daarvan en de correlatie tussen schuldenproblematiek en Huiselijk geweld. Wellicht zal dit de komende jaren effect hebben op het aantal meldingen).
Op basis van een landelijk onderzoek naar de stijging van het aantal meldingen Veilig Thuis heeft het Rijk extra middelen beschikbaar gesteld aan centrumgemeenten Den Haag en Delft, via de DUVO-middelen. Het lijkt erop dat deze middelen toegevoegd gaan, worden aan de begroting van VTH. Hierdoor gaat meer financiële ruimte verkregen worden maar besluitvorming hieromtrent zal pas, naar alle waarschijnlijkheid in het najaar plaatsvinden. Er wordt gemonitord of de middelen afdoende zijn voor de toegenomen inzet van Veilig Thuis. Naast het financiële risico dat gepaard gaat met de volumegroei is er een maatschappelijke risico dat VTH achterblijft met het inlopen van achterstanden en dus het terugdringen van wachtlijsten en/of versnelling van de afhandeling binnen termijnen. Dit heeft volop prioriteit en aandacht van het algemeen bestuur. De zorg voor de kwetsbare doelgroepen staat voorop en het algemeen bestuur heeft hiertoe in de begroting de gevraagde financiële ruimte beschikbaar gesteld en benadrukt dat de maximale voortvarendheid betracht dient te worden in het aantrekken van (tijdelijke) arbeidscapaciteit. Echter, het werven van gekwalificeerd personeel, is heel lastig in de huidige arbeidsmarkt

Het financiële beeld voor Veilig Thuis is dat de totale uitgaven 2021 (aandeel Leidschendam-Voorburg) ongeveer even hoog zullen zijn als begroot. Echter, de effecten van de bekendheid van de meldplicht, van het meldpunt (groei instroom) en van een intensievere eerste beoordeling van ontvangen meldingen (meer directe overdracht) zijn zichtbaar. De problematiek van wachtlijsten en doorlooptijden bij Veilig Thuis vermindert nog niet. Hoewel Veilig Thuis werkt aan het beheersen van de kosten en het terugdringen van het aantal her-meldingen, is het afhankelijk van de hele keten tegen huiselijk geweld om het aantal meldingen echt terug te kunnen dringen. De meerjarenbegroting van Veilig Thuis voorspelt met name als gevolg van de te verwachten extra rijksmiddelen een positief rekeningresultaat voor Veilig Thuis. Hierin zit natuurlijk nog wel een financieel risico. Daarnaast, dient ook nog overeenstemming bereikt te worden over de overheadvergoeding aan de Den Haag.  

Door intensievere monitoring en ketenbrede analyse gedurende 2021 zal moeten blijken of de structurele middelen voldoende zijn om de vraag aan te kunnen en de wachtlijsten het hoofd te bieden.

Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (voorheen Inkoopbureau H10)

Per februari 2020 heeft het inkoopbureau H10, Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden. Servicebureau Jeugdlanden beschikt zelf niet over weerstandcapaciteit waardoor risico’s door de deelnemende gemeenten moeten worden opgevangen. In de risicoparagraaf in de begroting 2021 van het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden is een inschatting gemaakt van de financiële risico’s. Deze zijn in totaliteit begroot op maximaal € 464.000. Het aandeel van Leidschendam-Voorburg is, 6.7% oftewel € 30.000.

Gemeentefonds

Uitkeringen Gemeentefonds

Er zijn vier risico's met betrekking tot de uitkeringen uit het gemeentefonds:  

  1. Het risico dat onderbesteding van de Rijksuitgaven of Rijksbezuinigingen doorwerken op het gemeentefonds.
  2. Het risico van een lagere onderbesteding of overbesteding van het btw-compensatiefonds met als gevolg een lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds.  
  3. Het risico dat de verdeling door het Rijk wordt herzien (negatieve her-verdeeleffecten)  
  4. Het risico dat de bestaande verdeelmaatstaven zich anders ontwikkelen dan geraamd (exogene ontwikkelingen).

Als gevolg van de Coronacrisis belanden we mogelijk in een economische recessie. Rijksbezuinigingen zijn hierdoor onontkoombaar en dit gaat dan ook gevolgen hebben voor de gemeente Leidschendam-Voorburg. De totale gemeentefonds is circa 1,2 miljard euro en het aandeel van de gemeente Leidschendam-Voorburg is hierin 0,5% (afgerond) en dit resulteert in een bedrag van 6 miljoen euro.

Grondexploitaties

Grondexploitatie Vlietvoorde

In bovenstaande tabel is het risicoprofiel op eindwaarde opgenomen, op basis van de eerste herziening 2020 van de grondexploitaties. Dit risicoprofiel is berekend door middel van scenario analyses (Monte Carlo simulatie methode). Het risicoprofiel is bepaald met een waarschijnlijkheid van 80%. Dat wil zeggen dat op basis van de uitgevoerde risicoanalyse, een risicobuffer ter grootte van het berekende risicoprofiel met een waarschijnlijkheid van 80% toereikend is om de financiële risico’s van de grondexploitatie op te vangen. Het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) schrijft voor dat het weerstandsvermogen een relatie met de risico’s dient te hebben.Het doel van de risicoanalyse is beheersing van het risicoprofiel. Ook de beheersmaatregelen worden in beeld gebracht. De beheersmaatregelen hebben als doel de negatieve geïnventariseerde risico’s te vermijden, over te dragen of te reduceren. Voor de positieve risico’s dient de beheersingsstrategie juist gericht te zijn op realisatie hiervan. De positieve risico’s zijn niet meegenomen in de gepresenteerde omvang van het risicoprofiel.Bij het project Vlietvoorde vormt de archeologie in het gebied een risico en de afzetmarkt van de bouwgrond voor woningen.

Grondexploitatie Klein Plaspoelpolder

Optimale inrichting plangebied en verzekeren kostenverhaal in overeenkomsten met marktpartijen.

Klein Plaspoelpolder verandert van een gebied met grote kantoren en bedrijven naar een groene, duurzame omgeving waar men prettig kan wonen en werken. Huidige en toekomstige bewoners, omwonenden en lokale ondernemers denken mee over de plannen.

Deellocatie 1A wordt afgebouwd na eerdere stillegging van de bouw door het faillissement van Schouten Bouw B.V., deellocatie 1B is in verkoop, de gemeentelijke opstallen op deellocatie 3A worden gesloopt,  deellocatie 4 heeft een ruimtereservering voor een mogelijke brug en voor de overige deellocaties worden de plannen verder uitgewerkt inclusief de aanleg van het eerste gedeelte nieuwe openbare ruimte.In bovenstaande tabel is het risicoprofiel op eindwaarde opgenomen, op basis van de eerste herziening 2020 van de grondexploitaties. Dit risicoprofiel is berekend door middel van scenario analyses (Monte Carlo simulatie methode). Het risicoprofiel is bepaald met een waarschijnlijkheid van 80%. Dat wil zeggen dat op basis van de uitgevoerde risicoanalyse, een risicobuffer ter grootte van het berekende risicoprofiel met een waarschijnlijkheid van 80% toereikend is om de financiële risico’s van de grondexploitatie op te vangen. Het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) schrijft voor dat het weerstandsvermogen een relatie met de risico’s dient te hebben.Het doel van de risicoanalyse is beheersing van het risicoprofiel. Ook de beheersmaatregelen worden in beeld gebracht. De beheersmaatregelen hebben als doel de negatieve geïnventariseerde risico’s te vermijden, over te dragen of te reduceren. Voor de positieve risico’s dient de beheersingsstrategie juist gericht te zijn op realisatie hiervan. De positieve risico’s zijn niet meegenomen in de gepresenteerde omvang van het risicoprofiel. Bij het project Klein Plaspoelpolder wordt het risicoprofiel met name bepaald door de gevolgen van een mogelijke extra oeververbinding.

Grondexploitatie Rijnlandlaan

In bovenstaande tabel is het risicoprofiel op eindwaarde opgenomen, op basis van de eerste herziening 2020 van de grondexploitaties. Dit risicoprofiel is berekend door middel van scenario analyses (Monte Carlo simulatie methode). Het risicoprofiel is bepaald met een waarschijnlijkheid van 80%. Dat wil zeggen dat op basis van de uitgevoerde risicoanalyse, een risicobuffer ter grootte van het berekende risicoprofiel met een waarschijnlijkheid van 80% toereikend is om de financiële risico’s van de grondexploitatie op te vangen. Het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) schrijft voor dat het weerstandsvermogen een relatie met de risico’s dient te hebben.Het doel van de risicoanalyse is beheersing van het risicoprofiel. Ook de beheersmaatregelen worden in beeld gebracht. De beheersmaatregelen hebben als doel de negatieve geïnventariseerde risico’s te vermijden, over te dragen of te reduceren. Voor de positieve risico’s dient de beheersingsstrategie juist gericht te zijn op realisatie hiervan. De positieve risico’s zijn niet meegenomen in de gepresenteerde omvang van het risicoprofiel.Bij het project Rijnlandlaan is het risico op extra kosten bij inrichting van het openbaar gebied opgenomen.

Open-einde regelingen

Wmo

De Wmo is een open-einde regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is. De verstrekkingen van voorzieningen is gebaseerd op de Wmo en de gemeentelijke verordening voor maatschappelijke ondersteuning.

Huishoudelijke ondersteuning

In 2018 zijn er landelijke (CAO) afspraken gemaakt over loonschalen voor medewerkers die werkzaam zijn in de huishoudelijke ondersteuning. Onze gemeente heeft een contract van voor juni 2017 en is hierdoor niet verplicht de huidige prijzen aan te passen aan deze loonschaal. Door resultaatgerichte indicaties is er geen direct verband tussen de loonschalen en onze tarieven. Uit eerder onderzoek van de branchevereniging thuiszorg bleek ook dat onze gemeente voldoende betaalt. Gezien regionale tarieven voor deze dienst is echter niet uit te sluiten dat aanbieders in de toekomst een hogere prijs willen voor deze dienstverlening.

Abonnementstarief Wmo

De eigen bijdrage voor Wmo ondersteuning is, per 1 januari 2020, landelijk vastgesteld op € 19,- per maand. Dit is in de plaats gekomen van de inkomensafhankelijke bijdrage. Door deze maatregel is de drempel voor inwoners lager om ondersteuning bij de gemeente aan te vragen en zal er minder snel zelf voorzien worden in oplossingen, zoals het vinden van huishoudelijke ondersteuning en het uitvoeren van woningaanpassingen. De meerjarenbegroting van de gemeente houdt rekening met een aanzuigende werking, maar de omvang ervan is niet met zekerheid te voorspellen.

Jeugdhulp

De jeugdhulpuitgaven zijn sinds 2018 fors gestegen. De kostenstijging wordt veroorzaakt door een sterke stijging van de gemiddelde zorgkosten per jeugdige en in mindere mate veroorzaakt door een stijging van het aantal jeugdigen in zorg.

Het is niet te voorspellen of de groei van de jeugdhulpuitgaven zal doorzetten. Regionaal en lokaal zijn beheersmaatregelen genomen om de groei van de jeugdzorg uitgaven te reduceren. Groei van de jeugdhulpuitgaven blijft een risico. Als de zorgvraag hoger is dan geraamd, is de gemeente wettelijk verplicht deze te leveren.

Bijzondere bijstand kosten bewindvoering

Bewindvoering kan worden ingezet als preventie voor mensen met financiële problemen of een lage mate van financiële zelfredzaamheid. Omdat beschermingsbewind een maatregel is voor mensen die niet in staat zijn hun financiën zelf te beheren, moet de gemeente vaak bijspringen in de vorm van bijzondere bijstand. Gezien de landelijke stijging van de afgelopen jaren zullen ook meer inwoners van Leidschendam- Voorburg hiervan gebruik gaan maken.

Specifieke uitkeringen

De gemeente ontvangt voor de uitvoering van een aantal specifieke taken specifieke uitkeringen van de rijksoverheid of mede-overheden. Veel van deze specifieke uitkeringen kennen een min of meer structureel karakter, zoals.

  1. Onderwijsachterstandenbeleid;
  2. Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 Participatie wet (BUIG) en Vangnetuitkering;
  3. Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (BBZ);
  4. Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.

Hoewel de subsidievoorwaarden en verantwoordingsvereisten van bovengenoemde specifieke uitkeringen en subsidies doorgaans over de jaren gelijk zijn gebleven, kan de subsidieverstrekker deze eenzijdig wijzigen. Dit kan financiële gevolgen hebben wanneer het eigen risicopercentage wordt aangepast (BUIG) of door onvoorziene aanscherping van de verantwoordingseisen bepaalde activiteiten niet langer subsidiabel blijken (OAB, BBZ, RMC).

Ontwikkelingen Brede doeluitkering -  Regiotaxi

Voor het realiseren van maatwerkoplossingen voor verkeers- en vervoersvraagstukken ontvangt de Metropoolregio Rotterdam Den Haag jaarlijks een rijksuitkering, de Brede doeluitkering (BDU). De huidige uitvoeringskosten voor de Regiotaxi worden grotendeels gedekt uit deze uitkering.
De MRDH gaat zich in de toekomst meer op haar eigen kerntaken richten. Dit zal gevolgen hebben voor de bijdrage van de MRDH aan de regiotaxi en daardoor ook voor de afdrachten van de afzonderlijke gemeenten.

Overige

MIRT-programma Duurzame bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag

Het programma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe) Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag

Met de actieve deelname en de vastgelegde financiële bijdrage (voor het NO Regretpakket CID Binckhorst) is Leidschendam-Voorburg mede-opdrachtgever van de Verkenning Mobiliteit Binckhorst. Op deze manier is onze gemeente direct, aan de voorkant, betrokken bij de Verkenning en doen wij mee met de besluitvorming. De Verkenning Mobiliteit Binckhorst is naar verwachting in het voorjaar van 2021 afgerond. Hierna vindt nog nadere planuitwerking plaats. Leidschendam-Voorburg zal gevraagd worden, na afronding van de Verkenning, deel te nemen aan de uitwerking van deze plannen.
Tevens zullen de deelnemende partijen de hoogte van hun eigen bijdragen moeten bepalen voor de realisatie van het voorgestelde plan. (PM)
Stoppen met verdere deelname aan regionale onderzoeken vermindert de grip op ontwikkelingen die achter de gemeentegrens plaatsvinden. Het risico verrast te worden door nieuwe plannen, zonder bij te kunnen sturen, neemt toe. Kosten zitten voornamelijk in uren of uit te besteden onderzoek (€ 75.000,-, incl. planuitwerking Mobiliteit Binckhorst). Met deze kosten is geen rekening gehouden in de begroting 2021 -2024.

Bodemsaneringen

In het kader van de Omgevingswet komen de provinciale bodemtaken in 2022 bij de gemeente terecht. De gemeente is dan ook verantwoordelijk voor de bodem wanneer de verontreiniging groter is dan 25 m3. Of te wel alle zorg/verantwoordelijkheid inzake de bodem ligt bij gemeenten.
Eind 2020 maakt het rijk bekend wat de financiële vergoeding voor deze taak is.

In het kader van de Omgevingswet komen de provinciale bodemtaken in 2022 bij de gemeente terecht. De gemeente is dan ook verantwoordelijk voor de bodem wanneer de verontreiniging groter is dan 25 m3. Of te wel alle zorg/verantwoordelijkheid inzake de bodem ligt bij gemeenten.
Eind 2020 maakt het rijk bekend wat de financiële vergoeding voor deze taak is.
Het RIVM en de provincie hebben begin 2020 aangegeven dat het ongewenst is dat grond met bepaalde concentraties aan lood aanwezig is bij speeltuinen en volkstuinen.
In 2022 voldoen de openbare speeltuinen milieu hygiënisch aan het RIVM-advies (de extra kosten waren niet ingecalculeerd).
Naar verwachting zijn in de toekomst sanerende maatregelen noodzakelijk bij volkstuinen, wat redelijk ingrijpend en kostbaar is.
Uit bodemonderzoeken is gebleken dat de gemeente geen PFAS-probleem heeft, met uitzondering van enkele locaties waar in de bodem hoge gehalten zijn aangetroffen. De kosten van dit onderzoek heeft de gemeente zelf moeten dragen. Eind 2021 heeft de gemeente een PFAS-kaart, net zoals diverse andere gemeenten.
Ook nieuwe stoffen kunnen de bodem negatief belasten en zijn in de toekomst voor de gemeente kostenverhogend.
Het is nog steeds onbekend of de kosten voor de nazorglocatie van het voormalig gasfabrieksterrein aan de Nieuwstraat geheel of gedeeltelijk voor de gemeente zijn.
Ook zijn voor de stortlocatie aan de Klaverweide financiële middelen nodig om te zorgen dat de verontreiniging niet onder de naastgelegen wijk stroomt.

Wegens bovenstaande en de zorg over diverse andere locaties binnen de gemeente zijn financiële risico’s aanwezig.Het financiële risico op toekomstige onderzoeks- en saneringskosten wordt geschat op € 3 miljoen. Het gaat hierbij voornamelijk om financiële risico’s, waarvoor in de projectbudgetten (nog) geen ramingen zijn opgenomen.

Dividend Stedin

De kans bestaat dat in enig jaar het dividend tegenvalt door tegenvallende resultaten van de onderneming.

Verkoop aandelen Eneco

De verkoop / financiële transactie van de aandelen Eneco wis begin 2020 gerealiseerd.
Er loopt echter nog een rechtszaak in hoger beroep door een stichting die claimt dat door de lange termijn van privatisering geld gemist is, dit is in de eerdere rechtszaak afgewezen en daarom wordt het risico nu als heel klein geschat maar wel groot genoeg dat hij tekstueel meegenomen en toegelicht moet worden. De claim van de zaak bedraagt 300 miljoen wat omgerekend voor ons 10 miljoen kan betekenen.

Bediening Sytwendebrug

Het betreft hier een financieel risico waarbij het nog onzeker is in hoeverre de kosten voor de ombouw naar de op afstand bedienbare brug ten laste komen van de gemeente. Het genoemde maximale risicobedrag is een inschatting van mogelijke kosten die samenhangen met de inrichting van het totaal aan op afstand bedienbare bruggen van de provincie. Het is niet bekend of deze kosten ook daadwerkelijk in rekening gebracht gaan worden bij de gemeente. Een en ander is afhankelijk van de nog te maken afspraken met de provincie.

WW-uitkeringen

Overheidswerkgevers zijn eigenrisicodrager voor WW-uitkeringen aan voormalige werknemers. Dit betekent dat de overheidswerkgever geen premies behoeft te betalen voor de WW maar moet zorgen voor de re-integratie van de werkloze ambtenaren en de WW-uitkeringen. De duur van de uitkeringen is maximaal drie jaren.

Bouwleges

De inkomsten van de bouwleges worden jaarlijks geraamd op basis van de bouwaanvragen die dan bekend zijn en worden verwacht. Aanvragen worden in de praktijk regelmatig uitgesteld of gaan soms niet door. Ook worden er nieuwe aanvragen ingediend waarmee geen rekening is gehouden. Bouwleges zijn hierdoor lastig te ramen en mutaties door enkele grote bouwaanvragen kunnen een groot effect hebben op de inkomsten.

Invoering private bouwplantoets

Het plan van het kabinet is om de bouwconsument zelf te laten beslissen of zij de bouwplannen laat toetsen door een private partij of toch nog naar de gemeente gaat. Dit kan betekenen dat de gemeente minder inkomsten genereert. Het is nog niet bekend of en wanneer het wetsvoorstel in werking treedt. De private bouw besluittoets zal gefaseerd worden ingevoerd. Het gaat dan om bouwwerken met beperkt maatschappelijk risico.

Tussentijdse verkiezingen en referenda

Voor de kosten van onverwachte tussentijdse verkiezingen en referenda zijn in de begroting geen middelen opgenomen.

Als er onverwacht een referendum of verkiezing moet worden georganiseerd dan kan de gemeente dit mogelijk maken. Er is alleen geen budget gereserveerd.

Er zijn geen ontwikkelingen op dit terrein.

BTW-sportvrijstelling

Sinds 2019 is het voor gemeenten niet meer mogelijk om de btw op onderhoudskosten en investeringen van niet-commerciële sportaccommodaties af te aftrekken. Deze btw-schade wordt gecompenseerd doordat het Rijk een zogenaamde SPUK-uitkering aan gemeenten verstrekt. Het Rijk heeft voor deze SPUK-uitkering een landelijk plafond ingesteld. Het blijkt dat de hoogte van de SPUK-aanvragen van alle gemeenten dit landelijke plafond overstijgt, waardoor het risico bestaat op een lagere SPUK-uitkering dan de totale btw-schade. Het Rijk heeft al een bedrag toegevoegd aan het oorspronkelijk beschikbare SPUK-budget, echter is nog onduidelijk hoe het Rijk uiteindelijk met de totale overschrijding om zal gaan. Het geschatte risico is bepaald op de nu bekende cijfers en informatie.

Rente

Door de verbeterde liquiditeitspositie als gevolg van de verkoop van Eneco is de verwachting dat er in 2021 geen nieuwe langdurige geldleningen zullen worden aangetrokken. Leningen die in 2021 worden afgelost kunnen met eigen financieringsmiddelen worden geherfinancierd. Hierdoor daalt de portefeuille langlopende geldleningen. Voorzien wordt dat de leningenportefeuille vanaf 2023 weer zal toenemen. Ten tijde van het samenstellen van de begroting 2021 waren de rentetarieven op de kapitaalmarkt laag. Voor het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen is rekening gehouden met de actuele rente op de geldmarkt van langlopende geldleningen van 10 jaar. Deze rente wordt geraamd op 0,3%. Indien de rente van de lopende geldleningen toch gaat stijgen met 1% dan is het risico hiervan € 950.000.

Stikstofproblematiek (gevolgen wegvallen PAS-regeling)

Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) vormde de basis om toestemming te verlenen voor bouwplannen en andere ruimtelijke ontwikkelingen die zorgen voor het neerslaan van stikstof in beschermde natuurgebieden. Het PAS bood op voorhand ruimte voor nieuwe ontwikkelingen door vooruit te lopen op de verwachte positieve effecten van toekomstige maatregelen, die de nadelige gevolgen van het neerslaan van stikstof in natuurgebieden zouden moeten verminderen. Medio 2019 heeft de Raad van State dit vooruit lopen op verwachte toekomstige positieve effecten van nog te nemen maatregelen geblokkeerd, omdat dit in strijd is met de Europese natuurwetgeving. Het PAS als basis voor het verlenen van toestemming voor stikstof veroorzakende activiteiten is daarmee vanaf medio 2019 weggevallen.

Vooralsnog lijkt de stikstofcrisis in Leidschendam-Voorburg niet daadwerkelijk tot vertraging van relevante omvang bij bouwprojecten te hebben geleid. Eind 2019 is door het Rijk een nieuwe versie van de AERIUS-rekentool beschikbaar gesteld. Deze tool wordt gebruikt voor het doorrekenen van de stikstofdepositie als gevolg van bouw- en overige plannen. In de geactualiseerde versie zijn de gevolgen van de PAS-uitspraken van de Raad van State verwerkt. Inmiddels is een flink aantal in Leidschendam-Voorburg concreet lopende bouwplannen met deze nieuwe AERIUS-versie doorgerekend. In geen enkel geval leidde een plan tot een zo grote toename van de stikstofdepositie in beschermde natuurgebieden, dat dat plan niet kon doorgaan of ingrijpend moest worden aangepast. Optredende vertragingen bij bouwprojecten hebben dus in het algemeen andere oorzaken dan de stikstofsituatie.

Gelet hierop lijkt het directe financiële effect van de PAS-uitspraken van de Raad van State voor Leidschendam-Voorburg beperkt. Definitieve zekerheid ontstaat echter pas op het moment dat plannen en vergunningen, die met de nieuwe AERIUS-tool zijn onderbouwd, in grotere aantallen door de Raad van State zijn getoetst. De jurisprudentie hierover is nog onvoldoende om daar een duidelijke lijn in te herkennen. Dat betekent ook dat er nog niet voldoende informatie voorhanden is om tot een risicoprofiel te komen. De omvang en de kans van optreden zijn daarom PM.

Schakenbosch

Project Schakenbosch is vertraagd door het uitblijvend besluit over bestemmingsplan. Dit was voorgelegd in raadsvergadering van juli, maar dit komt naar verwachting opnieuw ter behandeling in de raad begin 2021. Dit betekent extra personele inzet voor het opstellen gewijzigde bestemmingsplan, aanvullend participatietraject, procesbegeleiding stakeholders (intern en extern). De kans is minimaal, de kosten zijn onbekend maar gering en daarnaast moet, om uitvoering te geven aan aangenomen amendement, een second opinion worden uitgevoerd ten aanzien van de milieukundige onderwerpen. Dit betreft het plangebied van heel Leidschendam Noord en is breder dan alleen SchakenBosch. Kosten hiervan komen ten laste van gemeente. Kans groot. Kosten moeten nog worden onbekend. Ook is er een eventuele claim vanuit ontwikkelaar denkbaar vanwege planschade door uitblijvend besluit / verandering van ruimtelijke uitgangspunten t.o.v. ruimtelijk kader dat in 2017 is vastgesteld.

Woningbouw

De ontwikkeling van de woningvoorraad in de gemeente is een belangrijke parameter voor de berekening van de inkomstenbron, de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Op basis van de informatie over de bekende woningbouwprojecten is een inschatting gemaakt van de toename van het aantal woningen gedurende de planperiode. Indien er bij deze woningbouwprojecten stagnatie en/of vertraging optreed heeft dit een effect op de begrote algemene uitkering.

Corona

De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. Voor de aanpak van COVID-19 kijken wij wat we, aanvullend op de landelijk maatregelen van het Rijk, kunnen doen. Dit raakt veel beleidsterreinen van onze organisatie. We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming en hebben daarvoor de nodige interne maatregelen genomen. Op 9 april 2020 heeft de gemeenteraad ingestemd met een voorstel over de uitvoering van een steunmaatregelenpakket coronacrisis. Potentiële beleidsmatige en financiële risico’s die we op ons af zien komen zijn, qua economische ontwikkelingen, na het aflopen van de overheidssteun, een toename aan faillissementen en een toename aan schuldenproblematiek. Qua sociale problemen verwachten we dat de bestaanszekerheid van velen in gevaar kan komen, dat de groep kwetsbare inwoners waarschijnlijk het hardst zal worden geraakt en dat er mogelijk nieuwe groepen kwetsbare inwoners bij komen (jongeren, ZZP-ers). Er gaan mogelijk banen verloren in sectoren, waar dat voor de coronacrisis nauwelijks het geval was (bijvoorbeeld in de luchtvaart), dit kan wat betekenen voor ons re-integratiebeleid, omdat het hier om andere doelgroepen gaat. Als groot financiële risico kan een stijging van het aantal inwoners dat een beroep doet op een uitkering worden aangemerkt.  

Deze pagina is gebouwd op 12/04/2020 15:53:44 met de export van 12/03/2020 12:10:58