De gemeente financiert de lopende betalingen en ontvangsten tot het maximum van de kasgeldlimiet (€ 19,5 miljoen) met kortlopende geldleningen (kas- en daggeld). Wanneer de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden (tot drie kwartalen achtereen) trekt de gemeente voor de structurele overschrijding langlopende geldleningen aan. De kortlopende schulden worden dan geconsolideerd naar een langlopende geldlening.
Voor 2021 zal het vanwege de overtollige liquiditeiten niet nodig zijn om kasgeldleningen aan te trekken.